Tussen de bedrijven door heb ik donderdag jl. geluisterd naar het kamerdebat n.a.v. het openbaar worden van delen van het kabinetsberaad. Uniek, want normaal blijven deze een kwart eeuw geheim.
Los van de inhoud verbaas ik me elke keer weer over het vreselijke jargon van kamerleden en bewindslieden. Ik hield een notitieblokje naast mijn beeldscherm.
Als ik nieuw kamerlid zou zijn - hetgeen ik tot nu toe zonder veel moeite heb weten te voorkomen - dan zou mijn streven zijn: verval niet in ditzelfde vreselijke taalgebruik. Wat dat betreft is Wilders een prima voorbeeld (maar dan ook echt alleen wat dit betreft!): die heeft een duidelijk, helder en eigen taalgebruik. Ik hoor kakelverse kamerleden echter ook al reflecteren en acteren... woorden die ze vermoedelijk een maand geleden nog niet foutloos konden spellen.
Lees even mee wat ik in korte tijd noteerde:
Ik wil hier wel helder markeren...
In dit dossier...
De heer Omtzigt sensibiliseren...
Ik hoor mezelf echoën...
We moeten een reflectie geven...
Ingewikkeld om dit hier allemaal uit te serveren...
Dan had daarop geacteerd kunnen worden...
Maar dan ga ik parafraseren...
Dit is het feitenrelaas...
Ik heb de vragen in blokjes ingedeeld...
Ik vraag om reflectie en zelfreflectie...
Hoe gaan we om met macht en tegenmacht...
We moeten de discussie breder trekken...
De spreeklijn in de ministerraad...
Daar moet commitment voor komen...
Dat is in mijn beleving niet het geval...
Dat is de intentie in dit dossier...
Dat neem ik in overweging...
Ik heb mijn herinnering geschetst in mijn termijn...
Reacties
Een reactie posten